Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als David tot [28]de tweehonderd mannen kwam, die zo moede waren geweest, dat zij David niet hadden kunnen navolgen, en die zij aan de beek Besor hadden laten blijven, die gingen David tegemoet, en het volk, dat bij hem was, tegemoet; en David trad tot het volk, en [29]hij vraagde hen naar den welstand. 28. Zie boven, vs.9,10. 29. Dat is, hij groette hen vriendelijk, en vraagde hun of het hun al welging.